Voeding kan de kans op kanker vergroten of juist verkleinen. Hoewel we niet altijd weten hoe voeding de kans op kanker beïnvloedt, weten we voor bepaalde voeding of voedingsstoffen wel dát het zo is.
- Groenten en fruit bevatten belangrijke vitaminen en mineralen. Genoeg groenten en fruit eten maakt het risico kleiner op alvleesklierkanker, maagkanker, keelkanker, mondkanker, slokdarmkanker.
- Rood vlees verhoogt het risico op dikkedarmkanker. Rood vlees is: alle vlees en vleeswaren van rund, varken, lam of paard. Rauw of bewerkt (dus ook salami).
- Te veel zout (meer dan 6 gram per dag) eten is een risicofactor voor maagkanker. Het beschadigt de maagwand, waardoor de maagwand gevoeliger wordt voor infecties. Zout kan ook ervoor zorgen dat kankerverwekkende stoffen in de maag sterker werken.
- Calcium is een stof waarvan je niet te weinig moet eten, en ook niet te veel. Te veel calcium vergroot de kans op prostaatkanker, te weinig het risico op dikkedarmkanker. De juiste hoeveelheid is 700 tot 1.000 milligram calcium per dag, oftewel 2 of 3 glazen zuivel (melk, yoghurt) en 1 of 2 plakken kaas.