Vrijdag 11 oktober 2024
We spreken met Wilma af in de kantine van atletiekvereniging Leiden Atletiek, waar we altijd verzamelen voor de wekelijkse trainingen. Het is een half uur voor de training en ze begint gelijk te vertellen.
“Vandaag is het precies 1 jaar geleden dat ik mijn eerste chemokuur kreeg. Als toen iemand tegen mij had gezegd: over een jaar probeer je 5 km te rennen dan had ik gezegd: ja, dat kan ik me wel voorstellen. Een half jaar later, toen ik enorme rugpijn had, zeker niet.”
En dat is dus nog maar half jaar geleden. En nu zit je toch hier.
“En nu zit ik hier en ik zie die 5 km wel zitten. Ik weet nog precies hoe het was, want 11 september had ik mijn eerste onderzoek. Eigenlijk wist ik toen al dat de uitslag niet goed zou zijn. Inderdaad ik bleek borstkanker te hebben. Op 11 oktober begon mijn eerste chemokuur. Die eerste kuur was zwaar. In dat proces wist ik: ik moet het maar gewoon ondergaan. Er zijn zeker momenten die eenzaam zijn, zoals bijvoorbeeld het moment dat ik mijn haar ging verliezen. En door een verminderde weerstand heb ik streptokokken opgelopen, die in mijn rug is gaan zitten. Dat was erg pijnlijk. Dat was dus ongeveer een half jaar geleden. Ik kon toen echt bijna niet meer lopen. Dat is gelukkig goed gekomen met een antibioticakuur en ik kreeg ik ook wel weer snel mijn energie terug en nu kan ik dus weer hardlopen.”
Je zit nu midden in je laatste chemokuur?
“Ja en ik begin het nu ook steeds meer te merken: ik word steeds vermoeider en mijn eetlust wordt wat minder, niet alles ruikt meer lekker. Als het zo blijft kan ik er wel mee overweg. Het is alleen wel lang; 24 weken.”
Vertel eens iets over jezelf; wie is Wilma?
“Ik kom oorspronkelijk uit Baarn, ik heb gewoond in Huizen en gestudeerd in Utrecht. Nadat ik een jaar had gereisd ben ik in Voorschoten terecht gekomen en nu woon ik in Leiden. Later heb ik weer een jaar gereisd en toen kwam ik terecht bij uitgeverij Brill en daar werk ik nu nog steeds met plezier. Ik heb twee dochters van 24 en 20. Zij rennen ook mee en dat vind ik echt heel erg leuk! Ik heb het ze niet eens gevraagd, ze zeiden het uit zichzelf.
Toen er bij mij borstkanker werd vastgesteld hielpen de omstandigheden niet echt mee. Mijn beide dochters waren toevallig alle twee net in het buitenland voor stages; de een in Canada en de ander in Nieuw-Zeeland. We hebben in die tijd heel veel gebeld, dat was heel fijn.
Op een gegeven moment vond ik dat ik ook wat leuks wilde doen en in juli heb ik mijn dochter in Montreal opgezocht. Soms moet je ook gewoon doen. Het is heel goed gegaan; het was fijn mijn dochter weer te zien en we hebben een week gewandeld.”
Je komt over als een positief en optimistisch mens. Denk je dat dat helpt bij het herstel?
“In het algemeen helpt dat natuurlijk altijd. Dit is wie ik was, de kanker kwam daar bovenop. Als je een stevige ondergrond hebt kun je meer hebben. Zowel fysiek, als mentaal. Het is ook fijn als je (veel) veerkracht hebt. Als je in een cirkel terecht komt, het geen neerwaartse spiraal wordt. Je denkt dat je jezelf wel een beetje kent, maar als je met zoiets als kanker geconfronteerd wordt dan kan het soms anders uitpakken, dat weet je niet van tevoren. Over veel wezenlijke dingen ben ik niet anders gaan denken.”
Wat motiveert jou om aan de LoveLife Run mee te doen?
"Ik heb altijd veel gerend, maar ik was daarmee gestopt vanwege slijtage in mijn knie. Rennen vind ik nog steeds heel erg leuk, maar wandelen vind ik nog veel leuker. En als ik op langere termijn nog wil kunnen blijven wandelen, 30-40 km op een dag, dan kan ik beter niet meer rennen. Dat was ook het advies van de orthopeed. En toen zag ik de flyer van de LoveLife Run Leiden liggen bij de mammapoli en vervolgens dacht ik: 5 km; dat kan ik wel. Dat is niet zo heel erg ver in vergelijking met wat ik vroeger altijd rende. En mentaal doet het mij erg goed.
Daarnaast vind ik het heel erg belangrijk en goed om aan anderen te laten zien: niet iedereen met kanker is witjes, broodmager, doodziek en kan alleen maar op de bank liggen. Kijk maar naar mij! Ik las in de flyer: ‘onmacht omzetten in kracht’ en dat vond ik mooi.
En ik vind het met elkaar rennen heel erg motiverend, het rent fijn en bovendien zijn de trainers heel goed en lief. Ik denk dat ik na de Lovelife Run blijf rennen bij Leiden Atletiek."
“Tot nu toe hebben we prachtig weer bij de trainingen. Een cadeautje, we hebben het verdiend.”
Wilma vervolgt: "Als laatste vind ik het heel erg mooi om geld in te zamelen voor onderzoek. Ik ken verschillende mensen die zijn overleden aan kanker. Voor hen doe ik mee, ter nagedachtenis, en voor mensen die het nu hebben en het niet kunnen. Ik vind het ook heel erg mooi als ik een onderzoeker aan een baan kan helpen. Er wordt zoveel bezuinigd en als ik op deze manier mijn steentje kan bijdragen vind ik dat fantastisch. Door onderzoek is kankerzorg steeds meer gepersonaliseerd. Daar pluk ik nu de vruchten van. Ik vind de kankerzorg in Leiden heel goed. Dat maakt me heel dankbaar. In andere landen is dat niet zo vanzelfsprekend. Een vriendin van mij uit Argentinië vroeg of ik het allemaal wel kon betalen. Dat heeft nog nooit iemand aan mij gevraagd in Nederland. Dus meedoen en geld inzamelen voor onderzoek is een heel klein beetje iets wat ik terug kan doen voor dat waar ik zelf veel aan heb gehad.”
Wat vind je het leukste aan meedoen aan de run en de voorbereidingen daarvoor?
“Het samen zijn, buiten zijn, bewegen. Buiten bewegen doet mij altijd goed, dat heb ik ook met wandelen.”
Je hebt al heel veel donaties opgehaald, hoe heb je dat gedaan en heb je nog tips voor andere deelnemers?
“Ik ben vroeg begonnen en heb de meeste donaties in het begin ontvangen. Via LinkedIn heb ik vrij veel gekregen, ook van mensen die ik nog ken van heel vroeger, dat is erg leuk. Nu loopt het wat minder en dat laat ik even zo. Een week voor de run ga ik mensen er nog wel aan herinneren. Behalve op LinkedIn zit ik verder niet op sociale media. Mijn dochters wel en halen daar veel meer op, maar die gaan pas werven als we dichterbij 10 november komen. Zij hebben al heel veel kleine donaties ontvangen, van vrienden en vriendinnen, dat vind ik zo lief.”
Hoe zie jij de toekomst, hoe zie jij jezelf over bijvoorbeeld 5 jaar?
“Ik ben altijd wel plannen blijven maken en houden, nog steeds. Ik ga gewoon door met (nieuwe) dingen doen en het goed hebben. Sinds kort ben ik vrijwilliger bij de ‘Buurtbuik’. Deze organisatie haalt voedsel op bij supermarkten dat tegen de houdbaarheidsdatum aan zit. Daar koken we dan een maaltijd van voor ongeveer 35 mensen die een warme maaltijd nodig hebben. In ieder opzicht is dat alleen maar positief: het met elkaar koken, het is heel respectvol en we gaan voedselverspilling tegen. Alleen maar positief."